Er zijn twee manieren van isoleren. De kou buiten houden, of de warmte vasthouden. Dampopen isolatie doet eigenlijk allebei. Het heeft een grote warmteopslagcapaciteit, waardoor het binnenklimaat langer en gelijkmatiger warm gehouden wordt. De isolatie reageert als een warmtebuffer. Tegelijkertijd zorgt het dat de kou niet naar binnen kan. Een tweede voordeel is dat damopen isoleren zorgt voor een gelijkmatige luchtvochtigheid. Bij een vochtige ruimte neemt het vocht op en geeft dit weer af bij een lage luchtvochtigheid. Dit alles resulteert in een natuurlijke ademende omgeving.
Dampopen isoleren is een onderdeel van dampopen bouwen. Dampopen bouwen, correcter dampdiffusie open genoemd, is een manier van bouwen die er voor zorgt dat er geen vochtproblemen ontstaan in een gebouw. Dit wordt ook wel eens ademend bouwen genoemd. In een woning wordt vocht geproduceerd door onder andere koken, douchen etc. Behalve door ventilatie en open ramen kan deze vochtige lucht (waterdamp) zich ook door de constructie een weg naar buiten banen. Er ontstaan echter problemen als er aan de buitenzijde van de constructie een relatief dampdichte laag bevindt, zoals bijvoorbeeld OSB platen of asfaltpapier. De vochtige lucht kan dan tegen deze relatief koude laag neerslaan als condens en door mogelijke schimmel vorming op lange termijn het hout aantasten. Denk maar aan een plastic regenjas in warm weer. In houtskeletbouw wordt zodoende bijna altijd aan de warme, vochtige, binnenzijde een dampremmende folie gebruikt, om condensatie in de constructie te voorkomen.
Dampremmende folie (vaak PE folie 0,2mm) wordt meestal aan de binnenzijde van de isolatie direct achter de binnenbeplating geplaatst. De gedachte is dat deze dampremmende folie kan voorkomen dat vocht in de constructie kan doordringen. De praktijk wijst echter uit dat dit lastig uitvoerbaar is door spijkergaatjes, leidingen, slordige uitvoering, etc. Het gevolg is dat er toch vocht in de constructie doordringt maar nu gevangen zit in de dampdichte constructie en er dus heel moeilijk uit kan.
Het dampopen bouwen gaat uit van een ander gedachte. De zorg voor voldoende dampafvoer op tijdstippen dat het droger is. Populair noemt men dit ook wel ‘ademend’ bouwen. De term ‘ademen’ suggereert dat er sprake is van ventilatie door de constructie. Dit is echter niet zo de werkelijke dampstroom door de constructie is een factor 50-100 kleiner dan benodigd voor een minimale ventilatie hoeveelheid.
Folies dragen ook zorg voor winddichting. In het dampopen bouwen wordt dit overgenomen door plaatmateriaal aan de binnenzijde. Belangrijk is dat alle naden goed luchtdicht gemaakt dienen te worden. De binnenlucht mag niet via kieren in de gevelconstructie terecht komen (deze kan daar namelijk condenseren op relatief koudere oppervlakten).
Vocht kan op twee manieren de constructie binnendringen:
- vanuit de binnenzijde
- vanaf de buitenzijde
Van buiten naar binnen:
- Gevelbekleding (dakpannen, Modiwood, Red Ceder o.i.d.)
- Regelwerk
- Waterkerende dampopen folie
- Stijl en regelwerk
- Vlasisolatie, houtvezel isolatie o.i.d.
- Plaatmateriaal (damp open Osb , populierenplex) ca 10mm
- Gipskarton of het liefst Fermacell Dampopen verf of Leemstuc
Denk er aan als u dampopen folie toepast dan moet deze buiten zitten. Dus als u het onder de pannen verwerkt plaats ze dan boven op de panlatten.
Indien er bij platte daken gebruik wordt gemaakt van dakbedekking, is de constructie per definitie niet dampopen. In dat geval is altijd een dampremmende folie nodig, omdat condensatie in zulke dampopen constructies niet kan optreden.
Weersinvloeden, zoals regen en sneeuw, zijn in staat om door de buitenste schil van het gebouw in de constructie binnen te dringen. Dit is met name het geval tijdens de zogenaamde open bouwfase of bij beschadiging aan dak- en gevelbekleding. Ook tijdens het normale gebruik van het gebouw kan een goede bescherming noodzakelijk zijn. Met behulp van waterwerende folies kan een extra zekerheid worden ingebouwd. Om inwendige condensatie te voorkomen, dienen deze waterwerende folies tevens dampdoorlatend te zijn.
In een bestaande situatie – als er sprake is van een dampdicht beschot met bijvoorbeeld dakplaten – is er, voor u begint met isoleren en afwerken, aan de binnenkant een dampdichte laag nodig. Anders loopt u het risico op vochtschade.
In een bestaande situatie – als er sprake is als het relatief dampopen dakbeschot met bijvoorbeeld messing en groef dakdeeltjes – is een gipsplaat of gips vezelplaat met voldoende luchtdichting toereikend.